Natuurontwikkeling

Een natuurbegraafplaats is allereerst en vooral een natuurgebied, met een extra (tijdelijke) activiteit natuurbegraven. Dit betekent dat het gebied is bestemd voor het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden. Natuurbegraven draagt bij aan de beleving van het gebied, door de investering in natuurontwikkeling, het openstellen van natuur voor recreatieve doeleinden en het versterken en beschermen van eventuele cultuurhistorisch en ecologisch waardevolle elementen.

Vooropgesteld is dat de waarde van de natuur, het landschap of de aanwezige cultuurhistorie wordt behouden, versterkt en/of ontwikkeld met de realisatie van een natuurbegraafplaats. Zo is een aantal bestaande natuurbegraafplaatsen gevestigd in overgangsgebieden rond bestaande natuurgebieden en draagt natuurbegraven daarmee bij aan het behalen van maatschappelijke doelen, zonder overheidsgelden.

Door het multifunctionele gebruik van het gebied, is een natuurbegraafplaats niet enkel een begraafplaats. In het natuurgebied kan worden gewandeld en wordt continu gewerkt aan het versterken van de natuur.

Rekening houden met wet- en regelgeving

Bij natuurontwikkeling in combinatie met natuurbegraven geldt de wet- en regelgeving conform de Wet op Lijkbezorging. Zo schrijft de wet voor dat een natuurgraf minimaal 30 cm boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand moet liggen.

In lagere delen van Nederland waar een hogere grondwaterstand is, ontstaat ruimte voor natuurbegraven door het ophogen van de grond. In dit proces is er altijd aandacht voor de bestaande en de te ontwikkelen natuur en voor de eventueel aanwezige archeologische waarden. Bij het bepalen van een plek voor een natuurgraf wordt rekening gehouden met de afstand tot de wortels van een boom of bijzondere planten en/of dieren. Dit wordt allemaal vastgelegd in een ecologisch werkprotocol.

Positieve impuls natuur

Door intensief en kleinschalig beheer zijn natuurbegraafplaatsen aantrekkelijker geworden voor plant- en diersoorten om zich te vestigen.

Grauwe Klauwier gespot

Locatie
Natuurbegraafplaats Landgoed Mookerheide

De Grauwe Klauwier staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als bedreigd. Hij wordt ook wel ‘Zorro-vogel’ genoemd vanwege de opvallende zwarte oogstreep bij het mannetje.
De Grauwe Klauwier houdt van kleinschalige en gevarieerde landschappen. Op natuurbegraafplaats Landgoed Mookerheide heeft een paartje gebroed. Een waarneming is al bijzonder maar een nestje is extra goed nieuws.

Zeldzame bijensoorten ontdekt

Locatie
Natuurbegraafplaats Schoorsveld

Entomoloog Jap Smits ontdekte de unieke kleine sachembij tijdens de insecteninventarisatie in het natuurgebied. Ook spotte hij hier de grote harsbij en de blauwe ertsbij, eveneens zeldzame verschijningen in Noord-Brabant. “De ontwikkeling van dit natuurgebied heeft deze bijzondere bijen aangetrokken.”

Volop paddenstoelen gevonden op Schapenmeer

Locatie
Natuurbegraafplaats Schapenmeer

Op de natuurbegraafplaats zijn maar liefst 107 soorten paddenstoelen en zwammen geteld. Soms zie je ze groeien op het pad, waarschijnlijk zit er dan een wortel of stronk onder. Natuurbegraafplaats Schapenmeer is heel zuinig op de humuslaag van het bos. Ze laten zoveel mogelijk dood hout liggen. De schimmels breken dit af en zorgen zo weer voor een gezonde voedingsbodem. Ook de mooie koraalzwam is aangetroffen.

Struikheide en dopheide

Locatie
Natuurbegraafplaats Hillig Meer

Hier groeien twee bijzondere soorten heide: de struikheide en de dopheide. In overgangsgebieden waar vochtigheid varieert, kunnen beide soorten goed naast elkaar bestaan. Het zijn voedselbronnen voor bijen, vlinders en andere insecten, maar zorgen ook voor een verbetering van de bodem. Beide heidesoorten zijn essentieel voor de biodiversiteit.

De heikikker terug op Landgoed Christinalust

Locatie
Natuurbegraafplaats Landgoed Christinalust

Door de balans in de natuur te herstellen op Landgoed Christinalust, hebben bepaalde dieren hun weg weer vinden naar het landgoed gevonden. Zo is bijvoorbeeld de heikikker alweer gesignaleerd. Een hele bijzondere kikker, die tijdens de paartijd verkleurt van licht- tot felblauw.

Klein hoefblad (Tussilago farfara)

Locatie
Natuurbegraafplaats Eygelshof

Klein hoefblad is ongeveer een van de eerste bloemen die op Eygelshof opkomen na de winter. Kleine gele knopjes, die een heel klein beetje lijken op een te dikke paardenbloem, op dikke stengels, die je her en der om je heen ziet opkomen tussen het groen. Voor de wilde bijen in het gebied is het een van de eerste bloemen die ze gebruiken als voedselbron. 

Dit voor veel mensen nietszeggende bloemetje is enorm veelzijdig. Vroeger werden de bladeren gebruikt als kompres bij gewrichtspijnen en in de middeleeuwen werd het gebruikt tegen astma en tbc via thee of het inhaleren van kookdampen. Schilders gebruikten de plant voor het maken van verf en in de Romeinse tijd werden de haren op de stengels gebruikt voor in een tondel om vuur te maken en de bladeren in pijpjes gerookt als genotsmiddel.

Het staat symbool voor de lente. Voor het naar buiten treden en het bieden van minerale voeding om weer krachtig te worden na de winterrust.